De olijfboom heeft als officiële naam Olea europaea. De Olea familie bestaat uit zo’n 20 soorten. Je ziet ze in een wijd gebied. Behalve dat de olijf, de vrucht van de olijfboom, voor consumptie wordt gebruikt, wordt uit de pit olijfolie gewonnen. Ongeveer 600 v.Chr. kwam de olijf naar de Middellandse zeelanden en is daar een belangrijk landbouwproduct geworden. Tegenwoordig komen olijven ook onder meer uit Australië, Mexico, Brazilië en Florida. De olijfboom kan buiten blijven staan tijdens de Nederlandse winter. Je kunt dus je eigen olijven gaan telen! Je kunt bijvoorbeeld olijf op stam kopen. De vorm is een kwestie van persoonlijke voorkeur.
Gebruik van olijven
Van de geteelde olijven wordt zo’n negentig procent verwerkt tot olie. De rest wordt als ongeperste olijven in maaltijden gebruikt. Een salade is dan waar je vaak aan denkt. In landen rond de Middellandse Zee is de olijf een basisingrediënt in de keuken. Behalve in salades worden olijven in allerlei andere gerechten gebruikt, op pizza’s bijvoorbeeld. De Grieken eten olijven vaak samen met kaas. Andere toepassingen die niet met voedsel te maken hebben, zijn als brandstof, medicament en bestanddeel van cosmetische producten. Maar je kunt ook een olijf op stam hebben, omdat je die mooi vindt. Je kunt olijven niet vers eten, want daar zijn ze te bitter voor. Dat kan wel nadat ze een halfjaar in zout hebben gelegen. De best bekende olijven zijn de zwarte en groene.
Olijfboom thuis
Zoals eerder is gezegd, is de olijfboom winterhard. In de volle grond is dat tot -16 ºC en in een pot -10 ºC. Echter wel afdekken met vliesdoek vanaf -10 ºC respectievelijk -8 ºC. Je kunt ze in diverse vormen kopen, waarvan de olijf op stam er een is. Je kunt gewone potgrond gebruiken, waar je af en toe wat kalk bij doet. Gedurende het groeiseizoen bemesten met kunstmest. Zet de plant in de zon of halfschaduw.